Decurio, afgezwaaid officier van de ruiterij:

Ruitermasker

Ave! Mijn naam is Athenaios. Ik zie dat je mijn ruitermasker hebt gevonden. Ja, dat was een mooi ding. Ik droeg het altijd bij parades. Maar ook tijdens gevechten. Dan schrokken die barbaren zich rot, als er een hele eenheid op ze af kwam gereden in vol ornaat, met helm en masker. Ha, mooie tijden waren dat. Ik ben blij dat ik bij de ruiterij zat. Dat verdiende beter dan de infanterie, de voetsoldaten. En we kregen niet zulke zere voeten!

25 Jaar heb ik in het Romeinse leger gediend. Ik heb geluk gehad. Ik leef nog en ben afgezwaaid. Tijdens de viering van de Armilustrium heb ik mijn diploma ontvangen, het bewijs van mijn eervolle afscheid. Daarna ben ik met mijn eigen turma naar de haven gegaan. Onder een warm gebed van de priester heb ik het masker van mijn helm gerukt en geofferd aan Rhenus, de riviergod. Wat ben ik dankbaar voor de kans die het Romeinse leger me heeft geboden. Ik ben nu officieel Romeins burger en mag trouwen met mijn vrouw. Onze kinderen zullen als Romeinse burgers – met plichten, maar zeker ook rechten – een betere toekomst hebben.

Romeinse tijd