De archeoloog:

Beschoeiing

De Romeinse forten hadden havens voor het laden en lossen van goederen en reizigers. De haven van Matilo lag waarschijnlijk aan de oever van het kanaal van Corbulo. Om zware vracht uit te laden was het handig om met karren zo dicht mogelijk bij het schip te kunnen komen. Lichtere vracht kon wel met sjouwers worden uitgeladen. Om het aanleggen, lossen en laden mogelijk te maken, waren stevige kades nodig. In het kanaal van Corbulo hebben archeologen een heel stuk beschoeiing gevonden van wel 750 stevige houten palen. Met jaarringonderzoek kon worden vastgesteld dat de beschoeiing in het jaar 124/5 is gerepareerd. Keizer Hadrianus had kort daarvoor zijn inspectietocht gehouden. Zou de reparatie daarmee te maken hebben gehad?

Niet alleen het kanaal had last van inzakkende oevers. De Rijn was nog niet afgesloten zoals nu en eb en vloed hadden er vrij spel. Stormen konden het water flink opstuwen, ook in de zijtakken en het kanaal van Corbulo. En dan was er nog het hoog en laag water van de Rijn zelf, afhankelijk van de seizoenen. Het was een voortdurend gevecht om te zorgen dat kades, wegen of zelfs delen van forten niet inzakten of wegspoelden. Om kades en oevers te verstevigen zonken de Romeinen soms complete schepen af, bijvoorbeeld bij Zwammerdam, Woerden en Utrecht-De Meern. De strijd tegen het water in ons land heeft een lange geschiedenis

Romeinse tijd

Ga terug naar het overzicht van de schatten